Vergelijkingen » Goniometrische vergelijkingen
De vergelijkingen sin
(A) = C en cos
(A) = C met C = –1, 0 of 1 los je op met de eenheidscirkel.
sin
(A) = 0 geeft A = k · π
sin
(A) = 1 geeft A = 12π + k · 2π
sin
(A) = –1 geeft A = – 12π + k · 2π
cos
(A) = 0 geeft A = 12π + k · π
cos
(A) = 1 geeft A = k · 2π
cos
(A) = –1 geeft A = π + k · 2π
De vergelijkingen sin
(A) = C en cos
(A) = C
met C = –12, – 12, – 12, 12, 12 of 12
los je op door uit de exacte-waarden-cirkel één oplossing B af te lezen.
Daarna gebruik je:
sin
(A) = C geeft A = B + k · 2π of A = π – B + k · 2π
cos
(A) = C geeft A = B + k · 2π of A = –B + k · 2π
Voorbeeld 1
sin
(2x – 13π) = 1
2x – 13π = 12π + k · 2π
2x = 56π + k · 2π
x = 512π + kπ
Voorbeeld 2
cos
2(x) – cos
(x) = 0
cos
(x) · (cos
(x) – 1) = 0
cos
(x) = 0 of cos
(x) = 1
x = 12π + kπ of x = k · 2π
Voorbeeld 3
2sin
(3x) =
sin
(3x) = 12
sin
(3x) = sin
(13π)
3x = 13π + k · 2π of 3x = π – 13π + k · 2π
x = 19π + k · 23π of x = 29π + k · 23π
Voorbeeld 4
2cos
(2x – 13π) = –
cos
(2x –13π) = –12
cos
(2x –13π) = cos
(34π)
2x – 13π = 34π + k · 2π of 2x – 13π = –34π + k · 2π
2x = 1312π + k · 2π of 2x = –512π + k · 2π
x = 1324π + kx of x = –524π + kπ