Meetkunde » Ruimtefiguren
Kubus
Oppervlakte = 6 × z2
Inhoud = z3
Balk
Oppervlakte = 2 × (l × b + l × h + b × h)
Inhoud = l × b × h
Bol
Oppervlakte = 4 × π × r2
Inhoud = 43 × π × r3
Kegel
Oppervlakte hele kegel | = | oppervlakte bodem | + | oppervlakte mantel |
= | π × r2 | + | π × r × |
Inhoud = 13 × | oppervlakte grondvlak | × | hoogte |
= 13 × | π × r2 | × | h |
Prisma
Een prisma bestaat uit een veelhoek als grondvlak en bovenvlak. Alle doorsneden van het prisma, evenwijdig aan het grondvlak van de prisma, zijn identiek.
Oppervlakte = losse vlakken berekenen en optellen
Inhoud = oppervlakte grondvlak × hoogte
Piramide
Een piramide bestaat uit een veelhoek als grondvlak, met driehoekige zijvlakken vanuit elk van de zijden van de veelhoek naar een gemeenschappelijke punt.
Oppervlakte = Oppervlakte opstaande vlakken + oppervlakte grondvlak
Inhoud = 13
× oppervlakte grondvlak × hoogte
Cilinder
Een cilinder bestaat uit een cirkel of ellips als grondvlak en bovenvlak. Alle doorsneden van de cilinder, evenwijdig aan het grondvlak, zijn identiek.
Formules bij cirkelvormig grondvlak
Oppervlakte = | oppervlakte bovenvlak en grondvlak | + | oppervlakte gebogen vlak |
= | 2 × oppervlakte grondvlak | + | omtrek grondvlak × hoogte |
= | 2 × π × r 2 | + | 2 × r × π × h |
Inhoud = | Oppervlakte grondvlak | × | hoogte |
= | π × r 2 | × | h |
Formules bij ellipsvormig grondvlak
oppervlakte = | Oppervlakte bovenvlak en grondvlak | + | oppervlakte gebogen vlak |
= | 2 × oppervlakte grondvlak | + | omtrek grondvlak* × hoogte |
= | 2 × π × r 2 | + | π × h |
Inhoud = | oppervlakte grondvlak | × | hoogte |
= | π × a × b | × | h |
met a de halve grote as en b de halve korte as
* De formule voor de omtrek van de ellips (omtrek = π) is een benadering.
Een iets nauwkeuriger benadering is omtrek = π(3(a + b) – )
Alleen met een zeer ingewikkelde berekening (elliptische integraal) is de omtrek van een ellips nauwkeurig te berekenen.