Goniometrie » Hellingsgetal en hellingshoek
Hellingsgetal
Bij een helling heb je altijd te maken met een horizontale en een verticale verplaatsing.
Er wordt altijd een bepaalde hoogte bereikt over een bepaalde afstand.
hellingsgetal = | hoogte |
afstand |
Hellingshoek
De hoek die een helling maakt met de grond, noem je de hellingshoek.
Zie het plaatje hierboven.
Tangens
In plaats van het hellingsgetal mag je ook spreken van de tangens.
Zo betekenen de twee uitspraken hieronder hetzelfde.
- het hellingsgetal van 31° is afgerond op één decimaal 0,6
- de tangens van 31° is afgerond op één decimaal 0,6
De onderste uitspraak is in wiskundetaal:
tan
(31°) ≈ 0,6
Met de tangens kan je, nu je dit weet, berekeningen maken tussen hoek en hellingsgetal.
Met dit hellingsgetal kan je dan een onbekende rechthoekszijde uitrekenen.
Zie verder de uitleg over het werken met de tangens.