Breuken » Breuken vergelijken
Als je breuken wilt vergelijken moet je zorgen dat ze beide dezelfde noemer hebben.
Vermenigvuldig teller en noemer met hetzelfde getal zodat de verhouding van de breuk hetzelfde blijft.
Omdat je bij een breuk een schatting kan maken waar het getal zich op de getallenlijn bevindt, hoef je dit niet altijd te doen.
Zo weet je dat 18 kleiner is dan 25.
Als de teller hetzelfde is, kan je ook makkelijk zien welke van de twee kleiner is.
Zo is 524 natuurlijk kleiner dan 58.
Voorbeeld
Zet de breuken 13, 25 en 38 op volgorde van klein naar groot.
Antwoord
De breuken liggen dicht bij elkaar, dus gaan we ze alledrie dezelfde noemer geven.
Het kleinste gemeenschapellijke veelvoud van de noemers is 120.
13 = 40120
25 = 48120
38 = 45120
Van klein naar groot: 13, 38 en 25.